Despues...
Door: Jeroen
Blijf op de hoogte en volg Jeroen
16 Februari 2010 | Argentinië, Buenos Aires
Hola Chicos,
Weer een weekje B.A. verder en de stad begint eigenlijk al behoorlijk als een thuis te voelen. Inmiddels ben ik – min of meer – aan een Argentijns ritme gewend waarbij ik vroeg opsta, dan ’s ochtends studeer, ik een siësta houd, vaak sport om dan ’s avonds (laat) ergens te gaan eten (lees: barbecueën) en vaak ’s nachts nog een barretje/boliche opzoek.
Aan de feestjes kun je niet ontkomen in Buenos Aires. Op woensdag is het tijd voor een ‘after-office’, op donderdag zijn er vaak de goedkopere feestjes en de weekenddagen staan sowieso garant voor veel feestplezier die normaliter eindigen in één van de talloze clubs… Wellicht de grootste culturele shock was dat iedereen hier zijn eigen drankje in koopt. Ik heb daar in Nederland sowieso al principiële bezwaren tegen (immers, we zijn toch samen op stap?) en ben derhalve ook gewend om altijd één van de eerste rondjes te halen of te potten, maar aangezien dat hier zo niet werkt houdt dat dus in dat iedereen al gauw apart aan de bar staat. Erg inefficiënt, maar wel goedkoper.
Wat ook inefficiënt is, is de manier van voetballen in Argentinië. Inmiddels heb ik tweemaal een wedstrijd op tv gezien (alle programma’s wijken voor voetbal) en één in La Bombonera, het stadion van Boca Juniors: dé volksclub van Argentinië en dé club waar Diego Armando groot werd. Het voetbal kenmerkt zich door voetballers die niet verder denken dan drie meter en toch eerst graag zelf de actie willen maken eer ze de bal afspelen en door het compleet negeren van de vleugels. Ondanks dat ik – in het Nederlands – talloze aanwijzingen heb geschreeuwd, mocht het Boca niet baten; het werd een bloedeloze 0-0 in een wedstrijd die bol stond van fouten en met recht een draak genoemd mag worden. Gelukkig vergoedde de sfeer alles in de wedstrijd tegen de promovendus – en laagvlieger – Atlético Tucumán, want zelfs gedurende deze wedstrijd zongen de fans voortdurend en was de onderste ring van het stadion eerder een ‘pit’. Wij stonden een ring hoger en daar heerste een minder agressieve, maar desondanks nog steeds een saamhorige en emotionele sfeer. Ik heb met van alles meegezongen, maar geen flauw idee welke woorden uit mijn mond kwamen… Nu is het wachten op de superclásico, dé voetbalwedstrijd van deze wereld (volgens the Observer); de contacten met een socio zijn inmiddels gelegd.
Dat we überhaupt nog het stadion inkwamen mag een wonder heten, aangezien we geen kaartjes hadden en te laat bij het stadion aankwamen om de laatste kaartjes te kopen. Wat volgde was oud-Argentijns omkopen. Terwijl wij in principe van plan waren om het op de ‘eerlijke manier’ te doen en kaartjes voor de dubbele prijs te kopen op de zwarte markt (nog steeds maar 15 Euro), bleek dat niet echt mogelijk en het veel gemakkelijker om een ‘socio’ aan te spreken die je via-via wel naar binnen zou krijgen. De eerste socio Don Pedro kreeg ons wel langs de eerste twee bewakers, maar niet langs de derde (kennelijk stond zijn vriendje er niet). Bij de tweede socio was het wel raak. Deze socio bleek een professional en hij leidde na lang getelefoneer een groep van 18 (!) man naar binnen (wij waren met z’n zevenen) en overal waar wij kwamen zong het ‘dieciocho’ - 18 – reeds rond. Zo gaat dat kennelijk hier…
Ondanks dat ik toch al gauw vier tot zes uur per week Spaans spreek, spreek ik ook nog steeds veel Engels (en wat Nederlands). Aangezien ik hier ook al mijn andere talen (Duits en Frans – voor wat het waard is) een aantal keer heb gebruikt, wil ik alle talen nog wel eens verhaspelen. Ik ken inmiddels vrijwel alle gebruikte grammaticale tijden, maar het actief – en snel – gebruiken van deze tijden in combinatie met het kennen van alle duizenden werkwoorden (en zelfstandige naamwoorden) valt nog niet mee. Maar volgens mij komt het wel goed, zolang ik maar mijn dagquotum aan Spaanse uren blijf halen!
Aan het eind van deze week mag ik mij ook ‘Profesor Jeroen van Duren’ gaan noemen, aangezien ik dan gedurende een lange tijd een groep ‘probleemjongeren’ uit één van de ‘mindere wijken’ (volgens mij gaat het Flores worden) ga begeleiden. In principe doe ik dit aan de hand van het geven van drie uur Engelse les per week (gelukkig heb ik het lesmateriaal gekregen…), maar als het even kan is het ook een taak van mij om deze jongeren te motiveren hun talenten te ontwikkelen, niet voor criminaliteit te kiezen etc. Een behoorlijk verantwoordelijkheid dus, maar tegelijkertijd ook een interessante uitdaging! Aangezien de jongeren gedurende de week in een huis zitten in het zuiden van Palermo zijn mijn ‘lessen’ relatief vrij planbaar en derhalve houd ik de flexibiliteit om te gaan reizen. Ik ben wel benieuwd of het me gaat lukken om snel respect af te dwingen en hun aandacht te krijgen. Ik ken wel wat didactische modellen, maar of deze ook bruikbaar zijn bij Argentijnse jongeren… We zullen het zien!
Aangezien ik hier nu woon (klinkt op zich best raar) ben ik niet heel actief bezig met het eindeloos verkennen van de stad, al heb ik wel het beleid dat als het niet nodig is om efficiënt te reizen (want dan gebruik ik de metro) om dan altijd een willekeurige bus te nemen die waarschijnlijk wel de goede richting op gaat (de stad kent zo’n 500 buslijnen). Mocht het dan toch niet goed uitkomen, dan biedt de Guia T uitkomst (een boekje waarin alle lijnen staan) en ben je in no time voor 20 Eurocent thuis. Daarnaast maakt de stad op mij een veilige indruk, zolang je maar ’s avonds in bepaalde wijken blijft. Daarnaast is alle criminaliteit die ik heb gezien en waarvan ik heb gehoord van het simpele, maar niet bedreigende, type (zakkenrollen enz.).
Uiteindelijk zat carnaval in Rio er niet in, maar inmiddels heb ik het ‘zwakke aftreksel’ in Buenos Aires meegemaakt en zelfs dat was uitzonderlijk leuk. Een beetje zoals in Nederland, alleen dan iedereen in badkleding en met salsamuziek. Straks weer!
Chau,
Jeroen
Weer een weekje B.A. verder en de stad begint eigenlijk al behoorlijk als een thuis te voelen. Inmiddels ben ik – min of meer – aan een Argentijns ritme gewend waarbij ik vroeg opsta, dan ’s ochtends studeer, ik een siësta houd, vaak sport om dan ’s avonds (laat) ergens te gaan eten (lees: barbecueën) en vaak ’s nachts nog een barretje/boliche opzoek.
Aan de feestjes kun je niet ontkomen in Buenos Aires. Op woensdag is het tijd voor een ‘after-office’, op donderdag zijn er vaak de goedkopere feestjes en de weekenddagen staan sowieso garant voor veel feestplezier die normaliter eindigen in één van de talloze clubs… Wellicht de grootste culturele shock was dat iedereen hier zijn eigen drankje in koopt. Ik heb daar in Nederland sowieso al principiële bezwaren tegen (immers, we zijn toch samen op stap?) en ben derhalve ook gewend om altijd één van de eerste rondjes te halen of te potten, maar aangezien dat hier zo niet werkt houdt dat dus in dat iedereen al gauw apart aan de bar staat. Erg inefficiënt, maar wel goedkoper.
Wat ook inefficiënt is, is de manier van voetballen in Argentinië. Inmiddels heb ik tweemaal een wedstrijd op tv gezien (alle programma’s wijken voor voetbal) en één in La Bombonera, het stadion van Boca Juniors: dé volksclub van Argentinië en dé club waar Diego Armando groot werd. Het voetbal kenmerkt zich door voetballers die niet verder denken dan drie meter en toch eerst graag zelf de actie willen maken eer ze de bal afspelen en door het compleet negeren van de vleugels. Ondanks dat ik – in het Nederlands – talloze aanwijzingen heb geschreeuwd, mocht het Boca niet baten; het werd een bloedeloze 0-0 in een wedstrijd die bol stond van fouten en met recht een draak genoemd mag worden. Gelukkig vergoedde de sfeer alles in de wedstrijd tegen de promovendus – en laagvlieger – Atlético Tucumán, want zelfs gedurende deze wedstrijd zongen de fans voortdurend en was de onderste ring van het stadion eerder een ‘pit’. Wij stonden een ring hoger en daar heerste een minder agressieve, maar desondanks nog steeds een saamhorige en emotionele sfeer. Ik heb met van alles meegezongen, maar geen flauw idee welke woorden uit mijn mond kwamen… Nu is het wachten op de superclásico, dé voetbalwedstrijd van deze wereld (volgens the Observer); de contacten met een socio zijn inmiddels gelegd.
Dat we überhaupt nog het stadion inkwamen mag een wonder heten, aangezien we geen kaartjes hadden en te laat bij het stadion aankwamen om de laatste kaartjes te kopen. Wat volgde was oud-Argentijns omkopen. Terwijl wij in principe van plan waren om het op de ‘eerlijke manier’ te doen en kaartjes voor de dubbele prijs te kopen op de zwarte markt (nog steeds maar 15 Euro), bleek dat niet echt mogelijk en het veel gemakkelijker om een ‘socio’ aan te spreken die je via-via wel naar binnen zou krijgen. De eerste socio Don Pedro kreeg ons wel langs de eerste twee bewakers, maar niet langs de derde (kennelijk stond zijn vriendje er niet). Bij de tweede socio was het wel raak. Deze socio bleek een professional en hij leidde na lang getelefoneer een groep van 18 (!) man naar binnen (wij waren met z’n zevenen) en overal waar wij kwamen zong het ‘dieciocho’ - 18 – reeds rond. Zo gaat dat kennelijk hier…
Ondanks dat ik toch al gauw vier tot zes uur per week Spaans spreek, spreek ik ook nog steeds veel Engels (en wat Nederlands). Aangezien ik hier ook al mijn andere talen (Duits en Frans – voor wat het waard is) een aantal keer heb gebruikt, wil ik alle talen nog wel eens verhaspelen. Ik ken inmiddels vrijwel alle gebruikte grammaticale tijden, maar het actief – en snel – gebruiken van deze tijden in combinatie met het kennen van alle duizenden werkwoorden (en zelfstandige naamwoorden) valt nog niet mee. Maar volgens mij komt het wel goed, zolang ik maar mijn dagquotum aan Spaanse uren blijf halen!
Aan het eind van deze week mag ik mij ook ‘Profesor Jeroen van Duren’ gaan noemen, aangezien ik dan gedurende een lange tijd een groep ‘probleemjongeren’ uit één van de ‘mindere wijken’ (volgens mij gaat het Flores worden) ga begeleiden. In principe doe ik dit aan de hand van het geven van drie uur Engelse les per week (gelukkig heb ik het lesmateriaal gekregen…), maar als het even kan is het ook een taak van mij om deze jongeren te motiveren hun talenten te ontwikkelen, niet voor criminaliteit te kiezen etc. Een behoorlijk verantwoordelijkheid dus, maar tegelijkertijd ook een interessante uitdaging! Aangezien de jongeren gedurende de week in een huis zitten in het zuiden van Palermo zijn mijn ‘lessen’ relatief vrij planbaar en derhalve houd ik de flexibiliteit om te gaan reizen. Ik ben wel benieuwd of het me gaat lukken om snel respect af te dwingen en hun aandacht te krijgen. Ik ken wel wat didactische modellen, maar of deze ook bruikbaar zijn bij Argentijnse jongeren… We zullen het zien!
Aangezien ik hier nu woon (klinkt op zich best raar) ben ik niet heel actief bezig met het eindeloos verkennen van de stad, al heb ik wel het beleid dat als het niet nodig is om efficiënt te reizen (want dan gebruik ik de metro) om dan altijd een willekeurige bus te nemen die waarschijnlijk wel de goede richting op gaat (de stad kent zo’n 500 buslijnen). Mocht het dan toch niet goed uitkomen, dan biedt de Guia T uitkomst (een boekje waarin alle lijnen staan) en ben je in no time voor 20 Eurocent thuis. Daarnaast maakt de stad op mij een veilige indruk, zolang je maar ’s avonds in bepaalde wijken blijft. Daarnaast is alle criminaliteit die ik heb gezien en waarvan ik heb gehoord van het simpele, maar niet bedreigende, type (zakkenrollen enz.).
Uiteindelijk zat carnaval in Rio er niet in, maar inmiddels heb ik het ‘zwakke aftreksel’ in Buenos Aires meegemaakt en zelfs dat was uitzonderlijk leuk. Een beetje zoals in Nederland, alleen dan iedereen in badkleding en met salsamuziek. Straks weer!
Chau,
Jeroen
-
20 Februari 2010 - 14:49
Jasper:
Mooie dingen Jeroen, en ondanks het Spaans behoeft je reisverslag nog geen eindredactie ;). Groeten! -
21 Februari 2010 - 11:53
Sarah En Kusters:
Hey Jeroen, tijdens een loze zondag zijn je verhalen prima te lezen. Veel plezier in je badkleding, dat dwingt vast respect af bij de probleemjongeren!
Groeten uit Holland! -
22 Februari 2010 - 13:27
Antje En Opa:
Hallo Jeroen,
Mooi verslag, dat een heel goede indruk geeft van jullie leven in Argentinie. Nog wel gefeliciteerd met de verjaardag van je Moeder
Hartelijke groeten. -
14 Augustus 2010 - 17:05
Antje En Opa:
Beste Jeroen,
Heel hartelijk welkom thuis in Nederland: rijk aan ervaringen verrijkt met veel interessante, bruikbare en goede kennis.
Straks heel veel succes met je afstuderen
Hartelijke groeten en tot ziens. Antje en Opa
(werkt je oude e-mailadres niet meer?)
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley